Zoeken

Gedrag
Artikelen in deze categorie
Bijten

Verreweg de meeste knaagdieren zijn prooidieren en zullen altijd eerst proberen te vluchten of zich te verstoppen. Als hun laatste redmiddel zullen ze overgaan tot bijten.
Bijtgedrag kan worden onderverdeeld in een aantal categoriën;

 

Verdediging:
Vooral wildvang en nakweek van knaagdieren schieten snel in de verdediging. Ze zijn niet gedomesticeerd en daardoor nog heel erg instinctief. In een verblijf kunnen ze niet weg en voelen zich snel bedreigd wanneer de verzorger daarin bezig is. Haal de dieren daarom eerst uit de kooi of geef ze de gelegenheid zich te verstoppen.

 

Territoriumdrift:
Sommige dieren hebben snel last van territoriumdrift, meestal komt dat door te kleine huisvesting. Een grotere kooi doet vaak wonderen.

 

Angst:
Angst is aangeleerd meestal door ergens flink van te schrikken of door een pijnlijke ervaring.
Het is heel moeilijk om een dier van zijn angst af te helpen. Straffen heeft geen enkele zin daarmee wordt de angst alleen maar groter. Men moet het vertrouwen van het dier proberen te winnen.

 

Dominantie:
Wanneer bijtgedrag voortvloeit uit dominantie dan is dat vaak bij gedomesticeerde of met de hand opgevoede sociaal levende dieren. Deze zien mensen als soortgenoot en willen ook hun baasje gaan domineren. Meestal treedt dat gedrag op rond de puberteit van het dier. De enige oplossing hier is om niet te laten merken dat men bang is en het dier te negeren of weg te duwen. Uiteindelijk gaat het dier inzien dat hij de strijd niet kan winnen en zal zich eraan overgeven.

 

Hormonale oorzaken:
In de paartijd of tijdens de dracht kunnen sommige soorten knaagdieren bijtgedrag gaan vertonen. Dat komt door wisselingen in de hormoonhuishouding. Meestal is het van korte duur en gaat snel over. Bij aanhoudend bijtgedrag is er misschien sprake van een verstoorde hormoonhuishouding. Dit kan veroorzaakt worden door gezwellen (cystes en tumoren) in de baarmoeder, eierstokken en testes. Laat bij verdenking daarvan het dier onderzoeken door een dierenarts.

 

Irritatie:
Wanneer een dier vaak geïrriteerd wordt bijv door hem steeds uit zijn slaap te halen kan een dier geirriteerd raken en uit protest bijten. Vaak ziet men dit gedrag bij nachtdieren waar men overdag mee bezig wil zijn. De vele gevallen van plotseling bijtende hamsters en chinchilla's zijn daar bekende voorbeelden van. Ook wanneer de kooi op een onrustige plek staat ontstaan er nogal eens bijtincidenten.



Terug naar boven

Domesticatie

Domesticatie wil zeggen; tot huisdier gemaakt.

Over het algemeen genomen zijn er vele generaties in gevangschap gefokte dieren voor nodig voordat de eerste tekenen van domesticatie zich openbaren. Dit uit zich in het verliezen van schuwheid en zelfs toenadering tot mensen zoeken. Daarnaast ontstaan er in veel gevallen allerlei variaties in de kleur van de vacht.

Een dier dat meer nesten per jaar werpt zal sneller gedomsticeerd raken dan een dier dat slecht een of enkele nesten per jaar werpt.

 

Volgens onderzoeken naar domesticatie (Hafez 1975, Hale 1969, Craig 1981, Slijper 1944 en Naaktgeboren 1984) zijn de volgende argumenten voorwaarden waaraan een zoogdier moet voldoen om succesvol als huisdier gehouden te kunnen worden. De punten hebben geen volgorde van prioriteit;

  • de soort niet schuw is en bovendien een kleine (erfelijke) "vluchtdistantie"heeft.
  • de dieren leven in kleine sociale groepen met een duidelijke hiërarchie, waarin de mens kan participeren en domineren, voor zover het grotere dieren betreft.
  • het gedrag van de mens past bij dat van de dieren, opdat geen onbedoelde signalenoverkomen (het gedrag van de mens bijv. geen agressie uitlokt).
  • het activiteitsritme van dier en mens bij elkaar passen.
  • de mens de seksuele partner kan uitzoeken en paring geschiedt zonder veel vijven en zessen (hierdoor wordt het fokken met dieren mogelijk).
  • het aanpassingsvermogen van de dieren groot is.
  • het voedsel voor de dieren gemakkelijk te verkrijgen is.


Terug naar boven

Koppelen van knaagdieren

Het koppelen van kleine knaagdieren is niet altijd zo eenvoudig als het lijkt.
Dieren hebben hierbij niet de keus om hun eigen maatje uit te zoeken, maar dat wordt voor hun bepaald. Het is belangrijk om eerst goed naar de karakters van de te koppelen dieren te kijken. Twee dominante dieren zijn erg lastig te koppelen.
Het kan zijn dat de dieren elkaar niet meteen accepteren en dat kan tot vervelende situaties zorgen.
Hieronder staan een aantal koppelmethodes die vaak goed werken.

Koppelen gaat het beste op neutraal, dwz voor alle betrokken dieren onbekend, terrein.
Zorg altijd voor een tweede verblijf, koppelen gaat niet altijd in een keer goed waardoor de dieren tijdelijk apart gehuisvest dienen te worden.
Belangrijk is ook om er voldoende tijd aan te besteden.
Zorg dat het nieuwe verblijf goed toegankelijk is. Een onhandig geplaatste etage of tak kan snel ingrijpen ernstig belemmeren, met alle gevolgen van dien.
De meeste gevechten vinden plaats wanneer een dier door een ander dier in een hoek gedreven wordt en niet weg kan. Met name huisjes, buizen en tunnels zijn vaak de plaatsen waar zulke gevechten ontstaan en mogen pas in het nieuwe verblijf wanneer de dieren elkaar volledig hebben geaccepteerd.

 

Er zijn een aantal verschillende manieren van koppelen;

 

De twee-kooien methode:
Dit is de meest veilige methode om te koppelen. Deze methode vergt ongeveer een week tijd.

Stap 1
Zorg dat er twee kooien naast elkaar staan. Hierdoor kunnen de dieren elkaar horen, zien en ruiken. Gun het nieuwe dier de eerste paar dagen de tijd om aan zijn nieuwe omgeving te wennen.
Stap 2
Na twee dagen wisselen de dieren van kooi. Belangrijk is om de kooien niet te verschonen.
Op deze manier krijgen ze de kans om elkaars nestgeur aan te nemen. Herhaal dit nu elke dag en laat de dieren zoveel mogelijk met rust.
Stap 3
Na een dag of vier kan men ze op neutraal terrein, bijvoorbeeld in de badkamer of hal samen los laten lopen. De dieren zullen elkaar nu aan een uitgebreid onderzoek onderwerpen. Na een paar uur zal de strijd gestreden zijn. Soms lukt dit niet op een dag. Wanhoop niet en probeer het de volgende dag nog eens! Er kunnen gevechten ontstaan waarbij daadwerkelijk kleine verwondingen ontstaan. Dat is vrij normaal. Zijn de wonden groter dan een centimeter dan is het verstandig de koppeling te staken. Waarschijnlijk klikt het totaal niet waardoor de koppeling nooit succesvol zal zijn.
Stap 4
Nu kunnen de dieren samen in een kooi gezet worden. Zorg ervoor dat deze kooi grondig is schoongemaakt. Ook alle attributen als speelgoed, plankjes en takken. In een enkel geval kan er in de kooi weer een dominantie strijd ontstaan.

 

De was methode:
Deze methode is vooral geschikt voor lastig te koppelen dieren. De methode vergt ongeveer een week tijd. Chinchilla's mogen niet gewassen worden en deze methode is voor hun dus absoluut niet geschikt!

Stap 1
Zorg dat er twee kooien naast elkaar staan. Hierdoor kunnen de dieren elkaar horen, zien en ruiken. Gun het nieuwe dier de eerste paar dagen de tijd om aan zijn nieuwe omgeving te wennen.
Stap 2
Zet twee vervoersmandjes klaar met onderin een stuk keukenpapier. Zorg voor een keukendoek en een flesje vanille-essence (uit het schap met de bakproducten van de supermarkt). Vul een bak of emmer met een bodem handwarm water plaats het eerste dier in het water en was het voorzichtig. Dep het dier enigszins droog en plaats het in het vervoersmandje. Doe het zelfde met het volgende dier en herhaal dat met beide dieren om de beurt nogmaals. Voeg vervolgens enkele druppels vanille-essence toe aan het waswater en was de dieren voor de laatste maal. Maak de dieren niet te droog.
Stap 3
Plaats beide dieren samen in een transportmand. De dieren zullen zich nu druk gaan poetsen en vaak ook elkaar. De dieren zullen elkaar nu aan een uitgebreid onderzoek onderwerpen. Na een paar uur zal de strijd gestreden zijn. Zodra de dieren helemaal droog zijn kan er doorgegaan worden naar stap 4.
Stap 4
Nu kunnen de dieren samen in een kooi gezet worden. Zorg ervoor dat deze kooi grondig is schoongemaakt. Ook alle attributen als speelgoed, plankjes en takken. In een enkel geval kan er in de kooi een dominantie strijd ontstaan.

 

De massa introductie:
Deze methode is geschikt om twee of meer groepen dieren te koppelen of drie of meer individuele dieren die elkaar nog nooit hebben gezien. Deze methode vergt ongeveer een dag tijd.

Stap 1
Zorg voor een groot verblijf dat grondig is schoongemaakt waar geen van de dieren die gekoppeld moeten worden in heeft gewoond. Zorg dat er vervoersmandjes gereed staan.
Stap 2
Smeer de handen in met vanille-essence en wrijf alle dieren hier mee in. Zet de dieren gelijktijdig in het verblijf. De dieren zullen het verblijf en elkaar nu aan een uitgebreid onderzoek onderwerpen, meestal ontstaat er een strijd om de rangorde te bepalen. De strijd kan soms nog dagen aanhouden. Er kunnen gevechten volgen waarbij daadwerkelijk kleine verwondingen ontstaan. Dat is vrij normaal.
Als er ernstigere verwonding worden toegebracht bij meerdere dieren door een en hetzelfde dier, dan is het verstandig dit dier uit de groep te verwijderen.



Terug naar boven

Tam, knuffelig en vals

Tam wordt vaak verward met knuffelig. Dit heeft maar weinig met elkaar te maken. Knuffelig zijn is een karaktereigenschap die zowel bij wilde als tamme dieren voor kan komen. Bovendien zijn lang niet alle tamme dieren knuffelig.

Knuffelig wil zeggen dat een dier heel erg behoefte heeft aan lichamelijk contact (met soortgenoten, mensen of andere dieren).

 

Tamheid zegt iets over de mate van hanteerbaarheid.

Stress heeft enorm veel invloed op tamheid waardoor zelfs het meest knuffelige, handtamme dier zich ineens als een wilde kan gedragen. En andersom is ook bekend. Een echt wild dier (dus rechtstreeks uit het wild afkomstig) kan door stress  in een soort van shock raken waardoor een dier handtam en knuffelig lijkt. Maar zodra de stressfactoren voorbij zijn zal de eigenlijke mate van tamheid weer duidelijk worden.

 

Tamheid kan in verschillende gradaties worden verdeeld:

 

  • Wild; het dier is onbenaderbaar, zal proberen te vluchten en eenmaal gevangen alle moeite doen om los te komen, inclusief krabben, bijten en trappen. Kortom zoals een wild dier zich zou gedragen. Het komt nooit eten uit de hand halen.
  • Schuw; het dier zal proberen te vluchten en eenmaal gevangen zich los proberen te wurmen. Het zal echter niet bijten. Het komt heel soms eten uit de hand halen.
  • Voedertam; het dier zal proberen te vluchten en eenmaal gevangen niet bijten. Als het dier iets lekkers wordt aangeboden zal het het lekkers uit de hand aanpakken.
  • Handtam; het dier is zeer goed te hanteren en pakt zonder bezwaren iets lekkers aan uit de hand.

 

Vals wil zeggen uit het niets aanvallend. Dit kan verward worden met wild gedrag.

Wanneer een wild dier defensief reageerd, probeert het zich te verdedigen. Soms vallen de dieren daarbij aan. Een dier dat defensief is heeft daartoe een reden. Het voelt zich bedreigd en ziet geen andere uitweg dan aan te vallen. Echter in de meeste gevallen blijft het bij dreigen en het dier zal eerst proberen te vluchten.

 

Een vals dier valt aan als er geen enkele reden toe lijkt. Zo kan een dier heerlijk op schoot zitten en genieten van een kroelbeurt en het volgende ogenblik uit het niets doorbijten.

Een dier wordt niet zomaar vals. Veelal blijken valse dieren mishandeld te zijn of is er sprake van een ziekte (bijvoorbeeld; hersentumor of hormonale aandoeningen).



Terug naar boven